Ex-kankerpatiëntjes, kinderen met nierproblemen of lichamelijke handicaps. Stichting Rusland Kinderhulp (SRK) haalde de afgelopen twintig jaar duizenden van hen uit Wit-Rusland naar Nederland om aan te sterken. Het klimaat en de gevarieerde voeding kwamen hun gezondheid ten goede. En allemaal kregen ze een kinderbijbel in hun eigen taal mee.
Op de eerste verdieping van het gebouw naast de hervormde kerk in het Drentse Hollandscheveld is het een drukte van belang. Begeleid door enkele vrijwilligers zijn 21 kinderen uit Wit-Rusland (oftewel: Belarus), luid pratend bezig een vogelhuisje te timmeren. Van degenen die klaar zijn, zitten er drie geconcentreerd in een Russische kinderbijbel te lezen.
Samen met een docent, een arts en een tolk kwamen de kinderen begin deze maand in Nederland aan. Ze verblijven enkele weken bij gastgezinnen in het dorp. Overdag krijgen ze niet alleen les van een Russische docent, maar doen ze ook mee aan creatieve activiteiten en zwemles.
Onderwijzeres Diana Danilyk is voor het eerst in Nederland. Ze geniet van het „prachtige land” en de „aardige mensen” en ziet haar pupillen opbloeien. „Veel mensen hebben bijvoorbeeld huisdieren. De kinderen kunnen die aanraken en ermee spelen. Dat vinden ze leuk. Ze zijn vrolijk, hebben voortdurend kuiltjes in de wangen van het lachen.”
SRK-voorzitter Klaas Koops herkent dat: „Pas zei een kind dat het bang was om terug te gaan. Toen ik hem naar de reden vroeg, zei hij: „Als ik thuis ben, raak ik de kuiltjes in mijn wangen weer kwijt.” In Belarus is het de gewoonte om níét te lachen; dat hoort bij die cultuur.”
In een klein kantoor in Hollandscheveld geeft Koops, omringd door matroesjka’s, uitleg over het werk van de christelijke SRK. Hij is niet alleen via de stichting betrokken op de republiek van president Loekasjenko. In 2001 werd hij benoemd tot eerste honorair consul van Wit-Rusland in Nederland, een functie die hij nog steeds bekleedt.
Koops zat er niet op te wachten toen de plaatselijke predikant ds. J. den Admirant hem in 1991 vroeg of hij als diaken iets kon betekenen voor kinderen uit Wit-Rusland. „Mijn eerste reactie was: Ik heb het veel te druk. Maar, voegde ik eraan toe, als mijn vrouw het leuk vindt, doe ik het. Zij reageerde meteen enthousiast. Zo zijn we er samen aan begonnen. Mijn vrouw, Mirjam, heeft zelfs Russisch geleerd.”
Koops herinnert zich zijn eerste bezoek aan de Wit-Russische stad Gomel, 100 kilometer van Tsjernobyl, nog goed. „Het waren, begin jaren negentig, de nadagen van het perestrojkatijdperk. Op een dag liepen er allemaal huilende mensen op straat omdat het brood ineens twee keer zo duur was geworden. De geldontwaarding was in die tijd enorm.”
Talloze Wit-Russen kampten met ernstige gezondheidsproblemen. „Veel kinderen hadden leukemie, schildklierkanker of huidziekten. Dat zou een gevolg zijn van de Tsjernobylramp, al is nooit aangetoond dat het rechtstreeks door de vrijgekomen straling kwam.”
Indirect hadden allerlei aandoeningen wél met de ramp in de kerncentrale te maken. „Straling breekt het immuunsysteem af, waardoor mensen sneller ziek worden. Maar ook andere problemen speelden een rol. De werkloosheid was enorm. Mensen gingen massaal aan de drank. Dit tastte het DNA van mannen aan. Daardoor werden er veel verminkte kinderen geboren, bijvoorbeeld met halve armen of met zes vingers aan een hand. Het werd aan Tsjernobyl toegeschreven, maar het kwam door de alcohol.”
In 1991 arriveerde de eerste groep kinderen uit „het grootste weeshuis van Wit-Rusland” in Hollandscheveld. „Het meisje dat bij ons logeerde, wist niet wat ze meemaakte. Een gewoon gezinsleven –wij hebben zelf vier kinderen– kende ze niet. Alles was vreemd voor haar. Ik weet nog dat ze in de huiskamer onder de salontafel ging zitten.”
Het werk breidde zich snel uit. In 1993 werd de SRK officieel opgericht. De stichting organiseert onder meer hulptransporten naar Wit-Rusland. Op zo’n dertig plaatsen in Nederland heeft de stichting werkgroepen die de tijdelijke opvang van kinderen in hun regio verzorgen. Zo verbleven er recent gasten in Barneveld en Amerongen.
Behalve de medische groepen, voor ex-kankerpatiëntjes en kinderen met andere gezondheidsproblemen, komen jaarlijks tientallen klassen van basisscholen uit Wit-Rusland naar Nederland. Ze profiteren hier zes tot acht weken van een gezond klimaat en –naast het schoolwerk– van ontspanning.
Japans onderzoek toont volgens Koops aan dat een verblijf van die duur een positief effect heeft. „In zo’n periode, waarin de kinderen leven in een gezonde omgeving en gevarieerd, vitaminerijk voedsel krijgen, wordt hun bloed helemaal ververst en neemt hun weerstand toe. De meesten zijn een paar kilo aangekomen als ze naar huis gaan.”
De groep die nu in Hollandscheveld verblijft, bestaat voornamelijk uit kinderen die leukemie hebben gehad. Sommigen kampen met nierproblemen. In alle gevallen was hun situatie stabiel genoeg om naar Nederland te reizen, verzekert begeleidend arts Victoria Lahoenovitsj-Tsjerepko.
Ze merkt dat de kinderen tijdens het verblijf in Nederland opbloeien. „Als ik dat niet zag, ging ik hier niet heen. De gezonde lucht, het eten en een vast dagritme doen de kinderen goed. Ze leren een ander land en nieuwe tradities kennen. Dat roept positieve emoties op. Ik zie dat ze daardoor actiever worden.”
Behalve de lichamelijke conditie van de kinderen heeft de SRK hun geestelijke welzijn op het oog, benadrukt Koops. „We verzorgen voor alle groepen regelmatig Bijbelles en op zondag gaan de kinderen met hun gastgezin mee naar de kerk. Ook krijgen ze allemaal een Russische kinderbijbel mee. Sommigen lezen die in de tijd dat ze hier zijn al helemaal uit. Prachtig toch?”
Knutselmiddag in Hollandscheveld. Links in het midden
voorzitter Klaas Koops van Stichting Rusland Kinderhulp.
Foto André Weima
Bron: Reformatorisch Dagblad 23-04-2011